3 augustus, 2015

schrijftips

Show, don’t tell – down the rabbit hole

Als je een popularity contest zou organiseren voor schrijftips, dan eindigt show, don’t tell waarschijnlijk op nummer één. De spreuk is kort, bekt lekker en spreekt tot de verbeelding. In deze tweede blog gaan we in op show, don’t tell in dialogen en chronologisch laten zien. Maar laten we beginnen met iets over schrijfregels in het algemeen.

Agenten en redacteuren zijn niet zoals normale mensen, is dat je wel eens opgevallen?

Ze krabbelen overal rode tekens neer waar normale mensen achteloos doorlezen. Ze schoffelen emotieloos door de tekst waarin jij al je gevoel hebt gelegd. Ze beweren dingen als: ‘al met drie alinea’s bepaal ik of je boek het lezen waard is.’ Je inleidende brief, waarin je met trots schreef ‘buuf en oom Jan vonden het ook al zo’n geweldig verhaal’ maakte onvoldoende indruk. Dat terwijl buuf en oom Jan nu juist precies de doelgroep waren.

Is het dan zo dat literaire professionals een ‘schrijfcode’ hanteren die de normale mens niet kan doorgronden – een etiquette, die ze in een geheimzinnige ceremonie aan het einde van hun literaire opleiding werd toevertrouwd?

Ik begrijp je frustratie, wanhopige schrijver! Na al je strubbelingen om uitgegeven te worden. Na al je teleurstellingen.

Natuurlijk bestaat er zoiets als een ongeschreven schrijversetiquette. Maar ze heeft lang niet het samenzweringsgehalte van een Bilderbergconferentie. Zoals bij elke kunstvorm ben je ook bij het schrijven van fictie aan techniek en regels gebonden. Sommige regels zijn buigzamer dan andere, maar de meeste zijn om goede redenen ontstaan. Zie regels niet als teugels aan je creativiteit. Laat ze een raamwerk vormen waar je je creatieve ideeën aan ophangt, zodat een zo groot mogelijke groep lezers ervan kan meegenieten.

Een redacteur herkent het gebruik van regels in een oogopslag en ziet gelijk wat voor vlees hij in de kuip heeft. Als jij jezelf aanleert enkele van die spelregels te gebruiken, zal je je teksten door een scherpere bril gaan bekijken. En zie je zelf ook eindelijk waarom je maar niet verder kwam met je vastgeroeste manuscript. Nu rest de vraag: ben je bereid om down the rabbit hole te gaan?

Chronologisch laten zien

Als je laat zien, wat laat je dan eerst zien? Wat vervolgens? En wat daarna? In de eerste versies van teksten kom je wel eens tijd-fouten tegen. Laten we in vogelvlucht een aantal voorbeelden passeren:

De man met het pistool schoot zich door zijn oog terwijl de hommel zoemend achter zijn zonnebril vloog.

In bovenstaande zin is het waarschijnlijk dat eerst de hommel achter de zonnebril vloog, voordat de man zichzelf in een onbeholpen reflex van kant maakte. Dus niet terwijl.

‘Jij vuile vlegel, kijk dan wat je met mijn kindje hebt gedaan!’ riep Agnes. Ze stond perplex. Wacht maar, dacht ze. Ik pak je nog wel.

Dit kan goed zijn, mits Agnes pas perplex stond nadat ze haar woede verbaal had geuit. Maar waarschijnlijk stond ze eerst perplex, riep ze vervolgens, en dacht ze als laatste. Als dat laatste was wat de schrijver bedoelde, dan is er sprake van een chronologische fout.

De meteoriet spatte met een oorverdovende klap uiteen waarna een felle flits de hemel deed oplichten. Mensen werden als lege kartonnen dozen de lucht in geworpen en opstekende rukwinden bereikten orkaankracht. Overlevenden stikten in het gordijn van as dat met een angstaanjagende snelheid op hen af kwam, om verblind de straat af te tasten naar hun zoekgeraakte ledematen.

En? Zie je het voor je? Bovenstaande beschrijving klopt alleen in een sciencefictionverhaal over verregaande verstoringen van de natuurwetten. In alle andere gevallen klopt er niets van de chronologie.

Fouten in de chronologie hebben nare uitwerkingen op de lezer. Zijn inspanningen om chocola te maken van wat hij leest doen zijn voorhoofd fronsen, zijn schouders verkrampen, adrenaline zich mengen in zijn bloed – terwijl de bevrediging uitblijft, wat weer zorgt voor meer spanning, die frustratie wordt, hetgeen kan bijdragen aan een verhoogd cortisol, spanningshoofdpijnen, hartritmestoornissen, slaapstoornissen, een en ander resulterend in een verhoogde mortaliteit. Niet echt je doel als schrijver.

Soms zijn de zinnen in een alinea in verschillende volgordes aardig leesbaar. Zorg in dat geval dat je uitvindt in welke volgorde het view point personage ze ervaart, want dat bepaalt het beeld dat de lezer ziet. Maak een lijstje van de dingen die je in je verbeelding ziet gebeuren – wees veelzijdig, betrek alle zintuigen erbij! Speel vervolgens met de verbanden en het ritme totdat elk zinsdeel het beeld optimaal aanvult of versterkt.

Wanneer ik in een alinea al heb opgeschreven wat ik wil laten zien, zoek ik soms nog uren naar een volgorde van zinnen en zinsdelen waarin de beelden elkaar het beste opvolgen. Als ik daarin slaag zal de lezer de tekst ‘vlot leesbaar’ en ‘overzichtelijk’ noemen. Zelfs als de gepresenteerde informatie erg ingewikkeld is. Ik geloof dat de volgorde waarin je beelden aan de lezer voert het verschil kan maken tussen een goede alinea en een bloedstollend goede alinea.

Show, don’t tell in dialogen

Dialogen zijn bij uitstek een kans om geloofwaardige personages neer te zetten. Je kunt personages tot leven wekken en hun geloofwaardige dilemma’s als brandstof laten dienen voor je verhaal. Laat de lezer zien wie je personage is, of ten minste hoe hij of zij zich voordoet. Schets een beeld dat gemakkelijk iets oproept, zodat de lezer kan zeggen: ja getver, ik ken zo iemand. Of: wauw, was ik maar zo.

Dialogen zijn een strijd met woorden, let er maar eens op. Ze zijn een schermspel tussen de één en de ander, waarin beide partijen zoeken naar een opening. In goede dialogen creëert dat zoeken naar een opening een voortdurend spanningsveld. In de ene scene kan dat een bekvechten zijn om wie de ring moet dragen (personage 1 vs. personage 2), terwijl elders de personages samenwerken om de oplossing te vinden voor het leven, het universum en alles (personages 1 & 2 samen vs. het leven, het universum en alles).

Een dialoog kan onoverzichtelijk worden voor je er erg in hebt. In mindere verhalen zijn de inspanningen van personages onvoldoende om de spanning steeds verder te escaleren – de personages grijpen niet elke kans die ze krijgen, wat de lezer frustreert. Of de inspanningen missen focus – de lezer krijgt geen duidelijk beeld waar het personage nu precies voor strijdt.

Zodra het spanningsveld even verslapt, werk je bij de lezer al snel een koetjes-en-kalfjes Erlebniss in de hand. Je neemt de noodzaak weg om door te lezen, dat gebeurt vaak heel ongemerkt. Zorg daarom dat je twee partijen nooit hun doel uit het oog verliezen. Laat ze consequent zijn in hun opvattingen. Geef ze zinnetjes waarmee ze hun zaak dienen, op wat voor manier dan ook. Ook als dat betekent dat je die ene originele catchy opmerking bij geen personage kunt plaatsen. Al is de verleiding nog zo groot.

Ten slotte volgt hieronder een voorbeeld van een dialoog (personage 1 vs. personage 2). Probeer het te bekijken door de bril van een redacteur. Zie je een schermspel tussen de personages? Wat is hun strategie en op wat voor manier dienen hun woorden hun zaak? Eindigt het spanningsveld in escalatie of uitstel?

‘Na vandaag zal er een nieuwe tijd aanbreken, Amira,’ zei de koningin terwijl ze door de kast met japons en jurken spitte. ‘Je zult een prinses zijn. Mooi en trots en bewonderenswaardig, precies zoals de mensen willen dat je bent.’
  Amira stak haar vingers in haar oren. ‘Het kan me niet schelen wat de mensen willen.’
Enorm veel ruiters te paard kwamen met veel kabaal de stad binnen rennen. Ze schreeuwden verschrikkelijke en strijdlustige leuzen.
  ‘De mensen hebben je nodig, mijn liefste. En het koningshuis heeft je nodig.’

  ‘Het kan me…’ Amira verborg haar gezicht tussen haar knieën en vervolgde met een piepstemmetje: ‘…allemaal niets schelen.’

  De koningin zuchtte. ‘Ooit konden ze mij ook niets schelen, Amira. De mensen. Ooit wilde ik ook niets met de profetie te maken hebben. Maar ik ben bang dat als ik destijds geen prinses had durven zijn, papa een andere prinses had gevonden.’

  Amira keek de koningin vuil aan – zo vuil als ze kon. ‘Dat verzin je ter plekke.’

  De koningin glimlachte meewarig. ‘Het spijt me, lieverd. Maar bij sommige dingen in het leven hebben we helaas geen keus.’

* * *

Dankjewel voor het lezen van Show, don’t tell – down the rabbit hole. Natuurlijk is ook deel 2 van deze artikelenreeks niet bedoeld als een antwoord op al je vragen (voor een antwoord op het leven, het universum en alles, lees Adam Douglas, Hitchhiker’s Guide to the Galaxy. 😉 ) Wel hoop ik dat je even door een andere bril hebt kunnen kijken. Dat de inspiratie kriebelt en je je afgewezen manuscript weer oppakt. Of vandaag moedig opnieuw begint.

Tags: